- Aug 9, 2024
Imposter syndroom uitgelegd
- Johanna Koopmans
- 0 comments
Wat is imposter syndroom?
Imposter syndroom of imposter fenomeen is een term die in 1978 werd geïntroduceerd door psychologen Pauline Clance en Suzanne Imes om mensen te beschrijven die niet in staat zijn hun prestaties te internaliseren. Ondanks externe bewijzen van hun competentie houden deze mensen het gevoel of de overtuiging dat ze bedriegers zijn en hun succes niet verdienen, of vrezen door de mand te vallen. Zij schrijven hun successen toe aan externe omstandigheden zoals geluk, goede timing of misleiding van anderen waardoor die hen voor intelligenter en competenter houden dan zij zelf menen te zijn en mislukkingen schrijven ze toe aan eigen falen. Hoewel de percentages tussen onderzoeken variëren, wordt gesuggereerd dat ongeveer 70% van de mensen uit alle lagen van de bevolking zich gedurende ten minste een deel van hun carrière een bedrieger voelt.
Hoe herken je imposter syndroom bij jezelf of een ander?
Uitstellen van werk (procrastinatie) of juist overmatig voorbereiden (compenseren). Een combinatie van perfectionistisch en uitstelgedrag wordt ook waargenomen.
Moeilijk jouw prestaties internaliseren, makkelijk prestaties aan anderen toekennen. Zo kijk je wellicht kritisch naar je eigen prestaties en neem je aan dat een ander het allemaal vanzelfsprekend weet, kan en doet.
Gedachten dat je ieder moment door de mand kan vallen, je wellicht niet goed genoeg bent of tekortschiet. Naar jezelf kijken door de ogen van een ander, of denken dat je gewoon ‘geluk hebt gehad’.
Een angstig gevoel, onzekerheid, stress of op den duur burn-out, faalangst, of een lage eigenwaarde. Soms registreer je deze gevoelens niet, omdat je deze afschermt met ‘het goed doen’.
Wat is voor jou als mens met imposter kenmerken belangrijk om te weten? Je kunt hier natuurlijk mee doorlopen, maar je kunt er ook wat aan doen!
Je kunt het oplossen door jouw onderliggende gevoelens en overtuigingen bloot te leggen, en andere gedachten en coping aan te leren. In de tussentijd zijn verdragen en bewust ‘zijn met’ van belang.
Het is belangrijk een realistisch zelfbeeld en autonoom ‘zelf’ te ontwikkelen en daarmee accuraat onderscheid weten te maken tussen jouzelf en de ander. Een behoefte aan externe bevestiging of juist het afzijdig houden kan soms verbandhouden met een onveilige hechtingsstijl.
Het is contextafhankelijk en het kan dus verdwijnen bij wisseling naar een bekrachtigende omgeving. Het kan ook weer opvlammen bij een nieuwe baan of een omgeving die schuurt. Vaak heb je intern hier een basis voor gelegd in je jeugd- of andere ervaringen, en in beperkte mate door persoonlijkheidskenmerken.
Je kunt er zowel zelf, in een groep, of bij een coach, counselor of therapeut mee aan de slag.
Waarom aandacht voor imposter syndroom?
In de winter ’23-’24 heb ik samen met een collega onderzoek gedaan naar imposter syndroom. De stille aanwezigheid van wat ook wel ‘imposter fenomeen’ genoemd wordt, veroorzaakt namelijk onnodige psychologische druk bij een grote groep mensen. Imposter syndroom wordt sinds 1975 onderzocht en besproken. Naast verschillende goede zelfhulpboeken, was er echter nog geen duidelijke behandelstrategie ontwikkeld voor in de spreekkamer. Een gemis, want het blijven rondlopen met dit verschijnsel maakt dat er menselijk potentieel onbenut blijft in zowel de persoonlijke sfeer, als in organisaties en de maatschappij. Deze lacune hebben wij met ons onderzoek willen vullen. Wij hebben behandelaars en toonaangevende experts gesproken en zijn daarmee tot een set interventies en aanbevelingen gekomen, op basis van praktijkervaringen.
Als counselor (én ex-imposter) geloof ik dat er veel maatschappelijke winst te behalen is wanneer er meer openheid over en herkenning ontstaat op imposter syndroom. Het rondlopen met imposter klachten zorgt voor onnodig en onzichtbaar lijden dat zich manifesteert in gestress en hard werken of in het geen gehoor geven aan de diepste verlangens, vanuit angst dit niet waar te kunnen maken. Ik gun het iedereen om zijn of haar volledige potentieel te leven vanuit vertrouwen en ontspanning.
Wetenschappelijke inzichten imposter syndroom
Hieronder deel ik graag een overzicht uit ons literatuuronderzoek voor een beter begrip van het fenomeen.
Er is sinds 1975 onderzoek gedaan naar het verschijnsel van imposter syndroom en de effecten in verschillende omgevingen. De eerste definitie van het bedriegersfenomeen van Clance verwijst naar een interne ervaring van intellectueel oplichterschap bij personen die zeer succesvol zijn maar niet in staat zijn om hun succes te internaliseren (Bernard et al., 2022). Clance stelde dat het bedriegersfenomeen geen “pathologische ziekte is die inherent zelfbeschadigend of zelfvernietigend is” maar dat het verschijnsel het psychologische welzijn van een persoon verstoort (Clance, 1985). Een hoog niveau van imposter syndroom beperkt de acceptatie van succes als resultaat van iemands eigen kunnen en voedt gevoelens van zelftwijfel en angst.
Ook Kolligian en Sternberg (1991) wijzen erop dat imposter syndroom makkelijk verkeerd geïnterpreteerd kan worden als een pervasieve psychische aandoening of persoonlijkheidsstoornis gezien de gewichtige naam. Het gaat met name om de eigen perceptie van fraude, bestaand uit een combinatie van cognitieve en affectieve componenten, in plaats van een emotionele stoornis (Sukalku & Alexander, 2011 en Kolligian & Sternberg, 1991).
De emotionele gevolgen van imposter syndroom
Voor imposters is het toewerken naar succes niet bepaald een gelukkige ervaring. Imposters ervaren vaak angst, stress, twijfelen aan zichzelf en voelen zich ongemakkelijk bij hun prestaties. Aan imposter syndroom gerelateerde angsten belemmeren personen om hun capaciteiten en prestaties te accepteren en ervan te genieten en hebben zo een negatieve invloed op hun psychisch welzijn (Sukalku & Alexander, 2011). Burn-out, emotionele uitputting, verlies van intrinsieke motivatie, slechte prestaties, inclusief schuldgevoelens en schaamte over succes worden versterkt door herhalingen van de impostor cycle (Chrismas et al., 1995, Clance, (1985), en Clance & Imes, 1978). Deze imposter cycle wordt hieronder afgebeeld.
Het onderzoek van Vergauwe et al. (2015) neemt de eigenschappen van imposter syndroom onder de loep, maar neemt evenzo de impact ervan in de werkcontext in beschouwing. Diverse onderzoeken benadrukken de negatieve gevolgen van het imposter syndroom, waaronder verminderde werkvreugde, verhoogde stressniveaus en verminderde prestaties van werknemers (Vergauwe et al., 2015). De studie van Bravata et al. (2021) onderzoekt de impact van het imposter syndroom op geneeskundestudenten en benadrukt tevens de negatieve effecten ervan op mentaal welzijn en loopbaanontwikkeling. De studie bespreekt hoe het imposter syndroom kan leiden tot burn-out, een verminderd gevoel van eigenwaarde en professionele groei kan belemmeren.
Correlatie met perfectionisme en neuroticisme uit de Big Five
Er is tevens bewijs dat het imposter syndroom sterk correleert met succesgedreven eigenschappen zoals perfectionisme (Kumar & Jagacinsky, 2006). Bovendien wordt de significante positieve relatie tussen neuroticisme en bedriegerangsten consequent gerapporteerd in onderzoeken naar imposter syndroom. Het Big Five model laat zien dat deze relatie in ieder geval gedeeltelijk het gevolg is van het angstfacet van neuroticisme (Ross et al., 2001). De Big Five (of NEO-PI-R) is een veelgebruikt persoonlijkheidsmodel, gebaseerd op empirisch onderzoek (Costa & McCrae, 1992). Er wordt uitgegaan van vijf algemene clusters van persoonlijkheidstrekken (neuroticisme, extraversie, openheid, altruïsme, consciëntieusheid) die elk onder te verdelen zijn in specifiekere facetten.
Correlatie met angst
Er is divers onderzoek uitgevoerd dat een correlatie aantoont tussen imposter syndroom en comorbiditeiten zoals angst, depressie, en een negatief zelfbeeld (Bravata et al., 2019).Deze comorbiditeiten zijn gerelateerd aan faalangst en voortdurende zorgen om ontmaskerd te worden als oplichter (Chrisman et al., 1995 en Thompson & Davidson, 1998). Ook zijn hogere niveaus van imposter gevoelens in verband gebracht met een externe attributiestijl of lotsbepaling (Brauer & Wolf,2016). Doordat successen worden toegeschreven aan externe omstandigheden zoals geluk, beoordelen imposters de eigen capaciteiten om deze successen te repliceren negatief. De externe lotsbepaling gecombineerd met een negatief zelfbeeld valt samen met een laag gevoel van eigenwaarde en zelfredzaamheid (Chrisman et al., 1995). Deze negatieve zelfevaluaties veroorzaken een spiraal van disfunctioneel gedrag dat ironisch genoeg het negatieve zelfbeeld in stand houdt: personen met een verhoogde score op imposter syndroom symptomen hebben de neiging zowel hogere niveaus van perfectionisme als uitstelgedrag op het werk te vertonen (Cowman & Ferrari, 2002).
De perfectionistische verwachtingen van imposters dragen ook bij aan het eigen gevoel van ontoereikendheid en de groeiende angst en depressie wanneer bedriegers merken dat ze niet in staat zijn om te voldoen aan de normen die ze zichzelf stellen of aan de verwachtingen van familie en mensen om hen heen. Klinische observaties van Clance (1985) onthulden dat hoge niveaus van angst, depressie en algemene ontevredenheid met het leven veelvoorkomende zorgen zijn die imposters motiveren om professionele hulp te zoeken.
Je hoeft het echter niet zo ver te laten komen. Herken je iets van het bovenstaande en zit het je in de weg in je leven? Neem contact met me op voor een maatwerkoplossing voor jou!

